Kunstkenner Bianca Frölich
Vakmanschap vraagt om passie, toewijding én het optimaal gebruiken van zintuigen. Bianca Frölich ziet zich als een schoonheidszoeker voor haar klanten. Want eigenlijk opereert ze niet in de kunst- en antiekhandel, ze handelt in geluk.
Soms lijkt het alsof Bianca Frölich (38) de tijd heeft gekraakt. Ze leeft van het verleden, denkt met veel zorg na over de toekomst en probeert tegelijkertijd zoveel mogelijk van het hier en nu te genieten. „Ik ervaar schoonheid in het verleden”, begint Bianca, „maar je moet het leven ondervinden.”
Ze legt de nadruk op het laatste woord. „Door ervaring worden we rijker. Dat is iets wat ik soms mis in onze huidige tijd. We doen constant aannames, over werkelijk alles, maar we missen de tijd om de diepte in te gaan en te zoeken naar de kern.” Daarom prijst ze vakmanschap. Ergens écht goed in worden, met liefde voor ambacht. „Kijk naar een stuk antiek. Daar zijn de allerbeste materialen voor gebruikt, door verschillende geoefende vakmensen die samenwerken. Elk object is het beste van het beste uit die tijd, anders zou het nu niet meer bestaan. Ik geloof dat dit ware schoonheid is. Dat zie je, en dat voel je.”
Als kind mocht Bianca op sommige maandagen spijbelen om met haar vader Ed Frölich op schatten te jagen voor zijn antiekzaak in Enschede. Ze reden langs exposities, galerieën en markten. „Ik leerde verder kijken; begrijpen wat je ziet. Waarom is een object bijzonder? ‘Kijken, kijken, kijken’, zei mijn vader altijd. Dat kun je ook op het leven toepassen. Een briljant telt 57 facetten; als je slechts door één de wereld bekijkt, mis je een groot deel van de werkelijkheid.”
Natuurlijk hielp ze haar vader in zijn zaak; sterker nog, als tiener draaide ze zelfs een tweede vestiging in Ootmarsum. Maar dat was niet Bianca’s plek. Ze wilde haar kennis vergroten en de wereld zien. De werkelijkheid ondergaan. Ze verliet Enschede voor Sydney, Londen, Jakarta en Boston en streek uiteindelijk neer in Amsterdam waar ze in opdracht van klanten kunst koopt. „Door mijn reizen en studies in het buitenland kreeg ik een scherper oog voor detail.”
„Je moet een contextueel begrip hebben van tijd en plaats als je een object bekijkt”, vervolgt ze. „Daarna kijk je naar licht, schaduw, vorm. Maar wij zijn mensen. Wat zien we echt? We zijn beperkt door een neurologisch systeem dat alleen lichtfrequenties in golflengtes tussen vierhonderd en zevenhonderd nanometer waarneemt. Die daarbuiten zien we niet… maar dat betekent niet dat die er niet zijn.” Juist wat we niet zien, is voor haar belangrijk: „Bij een mooi object gaat het nog veel meer om het stukje dat je niet ziet. Het verhaal. De niet-zintuigelijke waarneming die het hart raakt.”
Sinds het vijfde seizoen is Bianca een van de experts van het televisieprogramma Van onschatbare waarde, waarin deelnemers bijzondere objecten proberen te verkopen aan de handelaren. Met meer dan een miljoen kijkers per aflevering wordt Bianca zelf ook veel bekeken. „Dat heeft me heel veel gebracht. Het is echt een feest om te mogen maken.” De populariteit van het programma verrast haar enigszins. Het gaat namelijk niet goed met de antiquairs in Nederland. „De lol is er een beetje af door de regelzucht van boven. Het is eeuwig zonde dat zoveel antiquairs de handdoek in de ring gooien. We moeten kunst en cultuur beschermen; we onderschatten hoe belangrijk het is. Het vertelt onze geschiedenis. Natuurlijk kijken we nu anders naar gebruiken van toen. Maar we kunnen altijd veel van kunst leren – soms ook hoe het niet moet.”
Bianca probeert de kunstwereld vooruit te helpen en werkt aan een app om kunstportfolio’s digitaal vast te leggen; in september gaat deze live. Ze liep er elke keer tegenaan dat ze krantenknipsels en informatie moest verzamelen voor veilingen. „Digitaal kunnen we het netjes bundelen en aan de nieuwe koper overdragen.” Ze vernoemt de app naar Aton, de Egyptische zonnegod. „Het nieuwe licht, gelieerd aan vernieuwing. Ik wil iets terugdoen voor de kunstenaars. Zo kunnen ze hun kunst overdragen zonder alle gedoe eromheen. Daar moeten ze zich geen zorgen om maken. Het zijn mensen die vanuit hun ziel leven. Ik heb daar een zwak voor.”
Dat kunst en antiek haar toekomst was, las ze in het kunst- en rariteitenkabinet in de antiekzaak. Dat was bij uitstek de verzamelplaats voor schatten voor welgestelde families. „Er werd van alles neergelegd, van schelpen tot waardepapieren”, legt Bianca uit. „Vroeger liet je daarmee zien wat je in huis had, letterlijk en figuurlijk. Dat rariteitenkabinet uit mijn jeugd staat er nog. Ik loodste iedereen die binnenkwam erheen en vertelde er álles over. Dat is nog altijd mijn favoriete object.” En ze heeft al veel gezien, heel veel. Toch verveelt ze zich geen moment. „Alle objecten hebben bijgedragen aan hoe ik nu ben, en werk, en hoe ik naar de wereld kijk.”
Mensen lezen is minstens zo belangrijk als het spotten van bijzondere objecten, benadrukt ze. „Bij verzamelaars gaat het niet eens om de waarde van een object, maar dat het object zelf wordt gewaardeerd. Dat vind ik zo mooi. Met iemand tegenover mij de diepte ingaan over iets wat we delen.” Eigenlijk zoekt én vindt ze overal schoonheid. En als ze het ziet, dan fonkelen haar helblauwe ogen. Je ziet het als zij het ziet. Schoonheid is niet duur: „Een boom kan me heel lang raken. Of als ik langs de gracht loop en een gelukkig stel in een bootje zie. Daar haal ik kracht uit. Ik vind het heel fijn om naar de schoonheid van een ander te kijken.”
Ook nu kijkt ze uit over de Amsterdamse grachten. Ze glundert. „Dat is ook een plaatje. Ik zie verbonden mensen. Dit is haast een schilderij.” De grachten brengen haar terug naar de bloei van de Hollandse economie. „Als je kijkt naar economische bloeiperiodes zoals de zogeheten Gouden Eeuw, maar ook de Renaissance in Florence en de Tangdynastie in China, zie je dat er dan mooie kunst ontstaat. Creatie krijgt de ruimte. Nu gaat het ook goed, maar ergens zijn we het gevoel voor kwaliteit kwijtgeraakt. Het moet vooral snel: we willen het nu. We kunnen niet meer wachten op een kundig portret. Gaat het er niet om dat we iets mooi moeten vinden?”
Ze moet, naar eigen zeggen, oppassen dat ze niet te pessimistisch wordt. In wezen is Bianca namelijk bijzonder optimistisch. „De nieuwe generatie lijkt meer verbonden. Ze zijn bezig met iets moreel bijdragen aan de samenleving. Het enige probleem is dat ze niet te veel willen doen, haha. Ik geloof in de kracht van creatie. Wat ben jij aan het maken? Dat is een belangrijkere vraag dan: wat ben jij aan het doen? De vakman leidt altijd en volgt niet zozeer. Die visie zou ik meer willen omarmen. Zoek de vakman in jezelf.”
Tekst: Stefan Popa
https://www.nrc.nl/brandedcontent/hertogjan/ik-kijk-graag-naar-de-schoonheid-van-een-ander